Tupiza, Uyuni, La Paz, Rurrenabaque en de Pampas - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Anouk Biersteker - WaarBenJij.nu Tupiza, Uyuni, La Paz, Rurrenabaque en de Pampas - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Anouk Biersteker - WaarBenJij.nu

Tupiza, Uyuni, La Paz, Rurrenabaque en de Pampas

Blijf op de hoogte en volg Anouk

17 Juli 2014 | Bolivia, La Paz

Het is weer hoog tijd voor een blogje hier, want er is alweer zoveel gebeurd dat ik bijna op het punt aangekomen ben dat ik het te veel vind om op te schrijven en mijn blog weer een maandje mijdt (en daar gaat dan mijn geschreven herinnering aan mijn reis. Dat kan natuurlijk niet). Het zou dus zomaar kunnen dat dit een ouderwets lange blog wordt. Voel je in dat geval vrij om hem in stukjes te lezen, voor verschillende momenten volgende week als je eigenlijk iets nuttigs zou moeten doen maar geen zin hebt. Of je kunt ´m ook helemaal niet lezen natuurlijk. Dat kan altijd.
Ik zal even beginnen met een beeld schetsen van hoe ik dit stukje heb geschreven: Het eerste deel in Tupiza, het tweede deel gewoon in mijn Hostel in La Paz. Bij het eerste deel zat ik alweer in een internetcafe te wachten op de bus. Ik zal even uitleggen hoe dit kan gebeuren. In Boliviaanse busstations bieden tig aanbieders busreizen aan, veelal naar dezelfde steden. Dit gaat door heel hard de naam van de stad te schreeuwen waar je volgende bus naar toe gaat, twee of drie keer (Potosííéé Potosííííééééé!). Daarnaast staat er op het hokje van iedere aanbieder een lijst met steden en vertrektijden. Dit kan verband houden met de steden waarnaar ze bussen aanbieden en de tijden waarop, maar dat hoeft absoluut niet het geval te zijn. (´Zijn er bussen naar Tupiza?´ ´Nee, die hebben we niet.´ ´Maar het STAAT OP HET HOKJE!´ Grapje, ik schreeuw nooit tegen de verkoopmevrouwen, ik loop gelaten door naar het volgende hokje.) Nu had ik vanochtend gecheckt wanneer de bussen naar La Paz gingen, en van een aanbieder werd me verteld dat ze om half vijf en half negen gingen, en ik zag op een ander hokje half zes staan. Je raadt het al: In verband met het ophalen van mijn was besloot ik voor de half zes bus te gaan, die uiteraard niet bestond dan wel vertrok, dus nu wacht ik op de half negen bus. Ik vond een internetcafeetje op het busstation, waar het volgende gesprek plaatsvond: Zijn er boven ook computers met internet? Ja, maar het internet is heeeeel langzaam. Ik moest lachen om zoveel eerlijkheid. ' Ik weet dat jullie vaak snel internet gewend zijn, maar het internet hier in Tupiza is heel langzaam.´ ´Maar is het internet hier langzamer dan in andere internetcafeetjes in Tupiza?´ ´Ja, het is nóg iets langzamer.´ Ik denk dat de prijs voor slechtste verkoopster van het jaar naar deze dame gaat, maar ik vond het wel bijzonder lief en dus zat ik vervolgens met al mijn zooi in een ander internetcafe in de stad, waar het internet verrassend snel was, voor Tupiziaanse standaarden.
Het goede nieuws is dus dat ik erin ben geslaagd in Tupiza te komen. Het originele plan was dat ik hier ook allang alweer weg zou zijn geweest, maar het liep net een beetje anders. Ik had in Potosí al afgesproken om, voor het ultieme grote zussengevoel, de tour van Tupiza naar Uyuni over de Boliviaanse zoutvlakten samen te doen met een wat ouder Nederlands meisje dat, jawel, Hester heette. Ik zou een dag eerder naar Tupiza vertrekken omdat ik er nog graag wilde paardrijden, en dan zouden we de dag daarop met een tour meegaan. Omdat er de dag dat ik wilde vertrekken de weg geblokkeerd werd, ging dat feest niet door. Maar gelukkig konden we de volgende ochtend alsnog vertrekken, dus tegelijkertijd met Hester, een Frans stel dat de avond ervoor met mij verdrietig van het busstation naar het hostel was teruggekeerd en drie meisjes die ik nog kende uit Sucre. Omdat de drie (twee Canadese, een Britse) meiden de volgende dag met de tour weg wilden, en er vijf personen in een auto passen, waardoor het het goedkoopst is om met zijn vijven te boeken, besloot ik om ook mee te gaan en na de tour weer terug naar Tupiza te gaan om alsnog paard te rijden. Nouja, dat heb ik sindsdien dus gedaan, zie verder de foto´s.
Nee, grapje, ik moet natuurlijk nog in detail beschrijven hoe het was. Daarnaast heb ik nu even geen tijd en zin voor het uploaden van foto`s, dus hier volgt het verhaal. De zoutvlakte was zout, vlak, enorm en koud. Maar de kou is me eigenlijk enorm meegevallen. Ik weet echt niet meer hoeveel mensen ik heb horen vertellen hoe ongelofelijk koud het op de Uyuni-tour (het is nogal een begrip) is, en vooral ´s nachts. Ik vond het wel meevallen. Kan ook komen omdat ik dankzij iedereens waarschuwingen rondliep met gewone sokken, skisokken, bergschoenen, beenwarmers, thermolegging, fleecelegging, katoenen legging, rok, hemd, T-shirt, langmouwenshirt, thermoshirt, fleecevest, trui, ski-jas, fleecekol, sjaal, en muts. Het voordeel van zoveel kou en geen verwarming of warm water (of electriciteit `s avonds) is dat je bedritueel aanzienlijk wordt ingekort. Na het tandenpoetsen trek je je schoenen en misschien je jas uit, en daarna kruip je met al je kleren in je slaapzak en onder drie dekens en trek je je muts tot ver over je ogen - scheelt meteen weer een slaapmasker opgraven uit je tas. ´s Ochtends herhaal je dit ritueel in omgekeerde volgorde. Echt, als je dit altijd zou doen, zou je zeeën met tijd overhouden. Het enige waar ik last van had ´s nachts was dat ik wakker werd, het warm had, maar het teveel werk vond om mijn slaapzak open te ritsen en dekens van me af te gooien of truien uit te trekken. Wel was het overdag soms nog best koud door de enorm harde wind, vooral de tweede en derde dag was je soms blij als je weer terug in de auto zat.
Op de zoutvlakte kwamen we overigens pas de laatste dag, de eerste dagen hebben we een heleboel andere dingen gezien. Van een groot deel ben ik alweer vergeten wat er precies bijzonder was aan alle verschillende meren, wat best knap is, want omdat ik als enige redelijk Spaans sprak heb ik alle verhaaltjes getolkt. Het kwam er op neer dat er in de meren allerlei mineralen zaten, vooral Borax. Ofzo. In ieder geval iets waar ik nog nooit van gehoord had maar waar je porselein van kan maken. Of zeep. Daarnaast was ik weer helemaal woest enthousiast over alle rotsformaties. Het komt erop neer dat je elke keer als je uit het raam kijkt een bureaubladachtergrond voor Windows ziet, en elke keer weer een totaal andere. Omdat het in een gebied met veel vulkanische activiteit was, hebben we ook vulkanen gezien (maar van een veilig afstandje), weer een hot spring (maar een stuk hotter en in een stuk koudere omgeving dan die bij Potosì), en, voor het IJslandgevoel, geisers.
Ook qua beesten was de trip de moeite waard. Het leukst waren uiteraard de lama´s. Die beesten zien er van zichzelf al een beetje stom uit, maar Bolivianen willen dat graag nog accentueren door allerlei roze lintjes eraan te hangen. Volgens mij deels ter onderscheid (welke lama is van wie), deels ter decoratie. Enorm veel lama´s gezien, en eigenlijk is er niks schattiger dan een galopperende baby lama. (Voor de liefhebber: Vast wel terug te vinden op youtube.) Daarnaast hebben we ook de dure neefjes van de lama gezien, vicuña´s. Die zien er dan weer wat eleganter uit, een beetje alsof de lama met een hert gekruist is. Daarnaast kan op de lijst een struisvogel-achtig beest, een vos, een soort groot konijn met een lange staart (geen idee meer wat het was of hoe het heette, maar zag er puik uit), en enorme hoeveelheden flamingo´s die die meren bevolkten. Heel gek, want je verwacht een flamingo toch een beetje in een tropisch paradijs, niet staand op een dichtgevroren meer.
De derde nacht verbleven we in een zouthotel - mijn Canadese reisgenoot heeft zekerheidshalve nog even gecheckt of de muren wel echt van zout waren door eraan te likken. Die kans heb ik toch maar aan me voorbij laten gaan.
Na de laatste ochtend op de zoutvlakte (zoals gezegd, het best te beschrijven als zout en vlak), keerde ik dus weer in een verder op gids en kok lege auto terug naar Tupiza. Dat wil zeggen, tot ongeveer halverwege. Toen stapte er een vrouw met twee kinderen in. Het was mij aanvankelijk niet helemaal duidelijk wat de relatie met de gids/chauffeur was, maar het waren gewoon lifters. (Nog een goed gesprek gevoerd met de tienjarige Ana. Ze had gelogeerd bij haar opa maar vond er weinig aan. Potosí daarentegen vond ze een fantastische stad.) Sindsdien is het me nog twee keer vaker gebeurd dat de gids op een toeristische tour een leeg plekje in de auto vulde met lifters. Zonder uitzondering vrouwen met kinderen.
De volgende dag dus paardgereden rond Tupiza. De bergen in Tupiza zijn erg indrukwekkend, ze zien er een beetje uit als de Bryce Canyon (althans, dat vind ik wel bereisd klinken om te zeggen. Ik weet niet helemaal zeker meer hoe de Bryce Canyon eruit ziet). Heel rood en heel zacht gesteente.
Daarna dus het eerste deel van dit stukje geschreven nadat ik me jammerlijk in de bustijden had vergist. Ook om half negen was er overigens geen bus. Ongeveer een uur later was er wel een bus, waar eerst nog wat consternatie was omdat iedereen blijkbaar op de verkeerde plek zat (ik zag mezelf al zestien uur lang in de bus staan), maar ook dat kwam vanzelf goed. Om half vier `s middags de volgende dag was ik in La Paz en waren mijn voetjes alweer bijna op temperatuur (Stomme fout: Wel veel kleren aantrekken, maar gewoon je all stars zonder skisokken. Tja, dan vriezen je tenen er dus af).
Mijn favoriete twee dingen in La Paz: De zebra´s en de heksenmarkt.
Het verkeer wordt op veel plekken geregeld door zebra´s. Dit zijn hele blije mensen in zebrapak die met overweldigend enthousiasme automobilisten duidelijk maken of ze moeten wachten of door kunnen rijden. Tijdens de wandeltour werd mij uitgelegd dat dit een overheidsprogramma was waarbij verslaafde jongeren een redelijk uitgebreide opleiding volgden tot olijke verkeersregelaar, waarna ze daadwerkelijk een baan kregen als verkeersregelaar. Briljant, zouden ze absoluut moeten introduceren in Amsterdam.
Op de heksenmarkt kun je, zoals de naam al suggereert, allerlei magische poeders en drankjes kopen. Daarnaast hangt de markt ook vol met gedroogde lamafoetussen. Echt waar. Als je een huis of gebouw bouwt, moet je natuurlijk wel eerst een offer aan Pachamama (moeder natuur) brengen. En Pachamama is kennelijk gek op lamafoetussen. Tenzij je een heel groot gebouw wil bouwen, dan is dat niet genoeg, dan moet je een persoon levend begraven (of in beton storten). (Er is onduidelijkheid over of menselijke offers inmiddels een urban myth zijn geworden of dat het nog steeds gebeurt. Zekerheidshalve zou ik snel weglopen als iemand je op straat in La Paz plotseling shotjes alcohol aanbiedt.)
Ook leuk om te doen in La Paz: Een dagje op het politiestation. Gelukkig hoefde ik er niet voor mezelf heen, maar een Australiër had zich laten beroven door een taxichauffeur en moest nog even terug naar het politiestation om zijn aangifte van de dag ervoor op te halen, want daar zou inmiddels de vereiste handtekening van een rechter op moeten staan. Ik ging toch maar mee om te tolken in het geval de aangifte toch niet klaar zou liggen. We hebben er uiteraard een halve dag (kaartend aan een leeg bureau in een stoffig politiestation) over gedaan om erachter te komen dat we toch naar iemand anders moesten, die de aangifte (nog steeds zonder handtekening) inmiddels onder zich had. Vervolgens besloten we dat dit er officieel genoeg uitzag voor een Australische verzekeringsmaatschappij, dus dat we dit zouden kopieren. Dat doe je door (met achterlating van identiteitsbewijs als onderpand) met het volledige dossier het politiestation uit te lopen en het bij het dichtstbijzijnde copyshop te laten kopieren.
Omdat ik toch in Zuid-Amerika ben, kom ik natuurlijk niet echt uit onder een bezoek aan de jungle. Stiekem ben ik niet naar het echte regenwoud gegaan, maar naar de pampas, een soort moerasland. Nu hoor ik de oplettende lezer denken: Was je in brazilie niet al in een moeras? En inderdaad, stiekem leek de pampas best een klein beetje op de Pantanal. Dus nog een keer heel veel krokodillen (of eigenlijk alligators en kaaimannen, maar ik weet het verschil nog steeds niet) gezien. Daarnaast schildpadden, een boel aapjes en (een hoogtepunt) een luiaard. Die bewegen echt heel langzaam. (Het lijkt trouwens leuk, als er naast de lodge waar je slaapt allerlei aapjes in een boom zitten, maar om vijf uur `s ochtends urenlang horen waaraan de brulaap zijn naam heeft verdiend gaat ook vervelen.) Mijn tourgroep bestond uit zeven Ieren en ikzelf (ik weet nu alles van Ierse geschiedenis. Echt waar.), en de slaapkamer van vijf van de andere Ieren had een gezellige groene slang die op een balk lag te slapen. Dat was een hele troost, want ondanks een volledige ochtend door een moeras heen ploegen heb ik geen anaconda kunnen ontdekken. Op een goed moment was ook de gids kwijt (best knap want wij waren nog met z`n achten bij elkaar), waarna we door gidsen van andere groepen naar een boom werden gedirigeerd om daar op de gids te wachten. Ik ben toen in het eerst van mijn leven in een boom geklommen. Omdat ik niet zo slim ben lette ik alleen niet zo goed op waar ik me aan vast greep, waardoor mijn handpalmen onder de krassen zitten. Omdat mijn armen al continu blauw zagen (deet, dat anti-insectenspul, is zo giftig dat het alle kleurstof van je waterfles weekt als je die onder je arm klemt nadat je deet op hebt gedaan. Wat ik dus altijd doe), zag ik er tegen die tijd uit als een soort gewonde smurf. Ik maakte me nogal zorgen of het niet zou ontsteken, maar tot nog toe lijkt het mee te vallen.
Behalve de primeur van het in een boom klimmen was het zwemmen met roze dolfijnen ook erg leuk. De naam roze dolfijn is wel een beetje misleidend, het klinkt een beetje als de idyllische zwemmende versie van een my little pony. Het ziet er meer uit als een lelijke kleine walvis. Desondanks zijn het natuurlijk best puike beesten en ik heb toch maar mooi binnen een straal van een paar meter van ze gezwommen. (Dat blijft trouwens best spannend als het in min of meer dezelfde rivier is waar je de dag ervoor tachtig krokodillen hebt zien zwemmen en twintig piranha`s hebt gevangen. Maar zelfs de dolfijnen weigerden naar mijn benen te happen. Dat vond ik flauw want ik lag veel langer in het water dan die Ieren en die beten ze wel.)
Daarna zijn we weer terug gegaan naar Rurrenabaque, het junglestadje waar alle tours vandaan vertrekken. In het hotel daar hebben ze een blauwe Ara en een Toekan als huisdier. Ik probeerde mezelf voor vertrek nog wijs te maken dat die daar rondhingen omdat ze gevoerd werden, maar nee, hun veugels waren geknipt zodat ze niet weg konden vliegen. Ach ja, in ons continent hebben we geloof ik al duizend jaar alle natuur weten uit te bannen dus ik onthoud me verder maar van commentaar over ecologisch verantwoord ondernemen tegenover de Bolivianen.
De laatste nacht in Rurrenabaque had ik alweer mijn tweede ouderwetse authentieke voedselvergifitiging. Ik geloof dat mijn weerstand een beetje omlaag is gegaan (waarschijnlijk na de eerste voedselvergiftiging, de nacht voor ik naar Rurrenabaque vertrok, nog in La Paz), want mijn reisgenoten die exact hetzelfde hadden gegeten (inclusief de jongen die de helft van mijn maaltijd had opgegeten) hadden nergens last van.
De dag daarna weer terug naar La Paz vanaf het kleinste vliegveld wat ik ooit heb gezien (het bestaat uit een ruimte van nog geen acht bij tien meter) met het kleinste vliegtuig waar ik ooit in heb gezeten.
De dag daarop, gisteren, heb ik gemountainbiket (want dat moet, dat doen alle toeristen) op ´de gevaarlijkste weg ter wereld´. Die naam heeft het overgehouden aan statistieken van een paar jaar geleden, waaruit bleek dat er jaarlijks ongeveer driehonderd mensen doodgingen die over het randje vielen. Het is een onverharde weg die van - nouja, ik heb niet echt opgelet, maar van heel hoog naar heel laag naar beneden loopt. Langs een ravijn dus. Maar de uitzichten zijn ontzettend mooi. Helaas heb ik op het een na laatste stuk een enorme open blaar op mijn handpalm opgelopen (als ik plekken mag aanraden om een open blaar te krijgen, zou een handpalm niet bovenaan de lijst staan. Het doet pijn. En is onhandig. En geen plek waar je een blaarpleister kan plakken als je wilt dat-ie langer dan vier minuten op zn plek blijft), dus heb ik het laatste stuk maar geskipt. De dag eindigde in een opvang voor verhandelde (trafficked) wilde dieren, waar allerlei vogels en aapjes worden opgevangen die als huisdier zijn verkocht. Daar heb ik wat deprimerende verhalen gehoord van aapjes die zijn gevangen door hun moeder dood te schieten en de babyaapjes van de moeder af te trekken, en ben ik door een kapucijneraapje gezakkenrold (tenminste, dat probeerde hij, maar ik had braaf naar de vrijwilligers geluisterd en had mijn zakken al leeg gemaakt) en door een ander gevlooid.
Dat was gister, vandaag ben ik van plan de bus van La Paz naar Copacabanana te nemen en heb ik dus eindelijk weer eens een blogje getikt. Niet zeggen dat ik niet gewaarschuwd heb dat-ie heel lang zou worden.

  • 17 Juli 2014 - 20:36

    Janny En Kees:

    Lieve Anouk,

    Wat genieten we toch altijd weer van jouw verhalen. Je maakt in een paar maanden meer mee dan menigeen in jaren. Misschien moet je toch maar een ander vak gaan kiezen en bijvoorbeeld columniste worden. Dan kunnen we iedere week van je schrijftalent genieten. Voorlopig houden we het maar bij jouw reisverslagen.
    Wij wensen je nog heel veel plezier op je reis. En hopelijk gauw tot horens.
    Liefs Janny en Kees

  • 18 Juli 2014 - 09:09

    Margreet:

    Lieve Anouk,

    Paar uur uitgetrokken om je verhalen te lezen!! Fantastisch wat een belevenissen en wat kan jij het mooi en met veel humor vertellen. Ik heb ervan genoten.
    Ga zo door Anouk. Veel plezier de komende tijd.

    p.s Heb je nog last van blaren op je voeten??

    Liefs Margreet

  • 02 Augustus 2014 - 21:18

    Anouk:

    Dank jullie voor je reacties, wat leuk dat jullie het allemaal lezen! Ik wacht voorlopig nog tot de Volkskrant mij belt met een goed aanbod voor ik me aan een carriereswitch waagt (maar ik verwacht elk moment een telefoontje).
    De blaren op mijn hiel zijn weg (dat heeft na die wandeling nog wel flink lang geduurd trouwens). Nu alleen nog eentje op mijn hand... (Maar die ziet eruit als een stigmata, dus het voordeel is dat ik mensen kan vertellen dat ik de reïncarnatie van Jezus ben.)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Anouk

Hallo! Hier mijn blog over mijn avonturen in Mexico, waar ik tot en met december studeer. Als er wat spannends is gebeurd, is het hier te lezen.

Actief sinds 31 Juli 2011
Verslag gelezen: 521
Totaal aantal bezoekers 23614

Voorgaande reizen:

02 Juni 2014 - 01 September 2014

Zuid-Amerika 2014

28 Juli 2011 - 21 December 2011

Mijn eerste reis

Landen bezocht: